Ambtenaren: Niet boven maar in de wet!

Ambtenaren: Niet boven maar in de wet!

Rapport van de Commissie herziening wetgeving ambtsdelicten Kamerleden en bewindspersonen Juli 2021

Een werkbare en faire regeling voor de opsporing, vervolging en berechting van ambtsdelicten van Kamerleden en bewindspersonen Het is voor een democratische rechtsstaat van wezenlijk belang dat er tegen ambtsdelicten van politieke ambtsdragers effectief kan worden opgetreden.

De huidige wettelijke regeling voor de vervolging en berechting van Kamerleden en bewindspersonen wegens ambtsdelicten schiet echter ernstig tekort. Een betere wettelijke procedure is dan ook dringend noodzakelijk. De Tweede Kamer drong daar in februari 2016 op aan in een zeer breed gesteunde motie. Aanleiding was het rapport van een onderzoekscommissie van Kamerleden (commissie-Schouten) over het mogelijk lekken van informatie uit een vergadering van de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten.

In dat rapport werd geconcludeerd dat de bestaande wettelijke procedure “in de praktijk onbegaanbaar” is. Dit leidde tot de instelling van de Commissie herziening wetgeving ambtsdelicten Kamerleden en bewindspersonen. Met dit rapport geeft de commissie uitvoering aan haar opdracht om te adviseren over een fundamentele herziening van de wetgeving inzake vervolging en berechting van leden van de Staten-Generaal, ministers en staatssecretarissen wegens ambtsdelicten. De huidige procedure berust op een bepaling uit de Grondwet van 1848 (nu artikel 119), die inhoudt dat Kamerleden en bewindspersonen wegens ambtsmisdrijven terecht staan voor de Hoge Raad na een opdracht tot vervolging die moet worden gegeven door de regering of de Tweede Kamer.

De opdracht tot vervolging wordt gegeven aan de procureur-generaal bij de Hoge Raad. De procedure om te komen tot een opdracht tot vervolging door de Tweede Kamer is geregeld in de Wet ministeriële verantwoordelijkheid en ambtsdelicten leden Staten-Generaal, ministers en staatssecretarissen. Deze procedure stamt uit 1855 en is sindsdien nauwelijks veranderd. Over de manier waarop een opdracht tot vervolging door de regering tot stand moet komen, is wettelijk niets geregeld. Er is nog nooit een Kamerlid of bewindspersoon wegens een ambtsdelict vervolgd. Of dat een gevolg is van de huidige regeling staat niet vast. Wel constateert de commissie in navolging van de commissie-Schouten dat de huidige regeling opsporing, vervolging en berechting van deze ambtsdelicten in ieder geval ernstig bemoeilijkt

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/rapporten/2021/07/14/tk-bijlage-rapport-commissie-herziening-wetgeving-ambtsdelicten-kamerleden-en-bewindspersonen

Grenzen van organisatiecriminaliteit – Prof. Van den Heuvel

Over de auteur: Michael Van Leeuwen
administrator

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.