De Algemene rechtsbeginselen van je recht.

Algemene rechtsbeginselen zijn fundamentele opvattingen die behoren tot het wezen van een samenleving en die geacht worden van een dergelijk groot belang te zijn, dat zij juridisch normerend zijn. Onze normen en waarden Vrijheid als grootste recht van een mens.

Simpel toetsstenen van de mens in recht. Niet doodden Niet stelen Niet dwingen Alle dus ook strafbaar gesteld in de wet. En van rechtswege nietig en vernietigbaar. Politiek verenigingen hebben een handje van DWINGEN welke natuurlijk strafbaar zijn art 365 sr art 284 sr art 273f sr art 274 sr art 285 sr art 285b sr De wet geldt voor een ieder iedereen en allemaal. Art 2 SR

Het recht is in twee wegen gesplitst

1. publiekrechtelijk mensenrechten
2. privaatrechtelijk burgerrechten.
Mensen mogen publiekrechtelijk verenigingen oprichten maar niemand mag gedwongen worden aan dergelijk verenigingen mee te moeten doen.

Art 20 UVRM

  1. Eenieder heeft recht op vrijheid van vreedzame vereniging en vergadering.
  2. Niemand mag worden gedwongen om tot een vereniging te behoren.

Algemene rechtsbeginselen zijn fundamentele rechtsbeginselen.

Algemene rechtsbeginselen kunnen eisen stellen aan het te formuleren beleid of regelgeving. Van politiek verenigingen. Beleid of regelgeving dat onvoldoende aansluit op algemene rechtsbeginselen is niet effectief, omdat het onhoudbaar kan blijken bij de rechter. Om dit te voorkomen onderzoek je of het voorstel van politiek verenigingen past binnen de beginselen van:

Gelijkheidsbeginsel
Het gelijkheidsbeginsel verlangt dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld. Het is tevens gecodificeerd in onder andere artikel 1 van de Grondwet en de gelijke behandelingswetgeving. De bepaling van art. 4 oud van de grondwet “Allen die zich op het
grondgebied van het Rijk bevinden, hebben gelijke aanspraak op bescherming van persoon en goederen”

Bent u een publiekrechtelijk mens of een privaatrechtelijk burger het verschil is een overeenkomst van verbintenissen recht Boek 6 BW. Zo toets u dus uw gelijk in publiek of privaat recht als uitgangspunt van uw rechtsbeginsel. Wanner je twijfelt is een simpel vraag dus, hebben wij op welke denkbaren wijzen een privaatrechtelijk verbintenis? Ja dan volg je de wetgeving van civiel burgenrecht en zet je jou tegen partij in het gelijkheidsbeginsel van de recht, voor de overheid geldt dit via art 2:1 BW en dus art 2:5 BW in het “vermogensrecht” boek 3 BW rechtshandelen met rechtsgevolgen art 3:33 BW

Artikel 1 uvrm

Alle mensen worden vrij en gelijk in waardigheid en rechten geboren. Zij zijn begiftigd met verstand en geweten, en behoren zich jegens elkander in een geest van broederschap te gedragen.

Welke ook aangeeft dat de geboorte aangifte niet in slavernij kan zijn ontaard zo we even later ook kunnen zien.

Autonomie beginsel “Notabel Sui Juris”

Het autonomiebeginsel is een beginsel uit het privaatrecht dat uitdrukt dat rechtssubjecten in staat (moeten) zijn om zelf naar eigen voorkeuren hun belangen te behartigen. Het Burgerlijk Wetboek bevat hoofdzakelijk regels van regelend recht, wat in het burgerlijk recht overeenkomt met aanvullend recht, en nauwelijks van dwingend recht. In beginsel kunnen partijen alle mogelijk denkbare overeenkomsten sluiten, zolang deze natuurlijk niet in strijd komen met andere rechtsregels. Het contractenrecht zal bij de beoordeling van de beoordeling van de rechtsgeldigheid van overeenkomsten ook rekening houden met het autonomiebeginsel.

Beginsel van contractsvrijheid CIVIEL RECHT

Het beginsel van contractsvrijheid is een grondbeginsel van het contractenrecht. Het houdt in dat het partijen vrij staat een overeenkomst te sluiten met wie zij wensen, met de inhoud die zij wensen, en op het moment dat zij wensen. Art 1:1 Burgerwetboek 1 titel 1 art 1 dus 3 maal 1 scheepsrecht

1.

Allen die zich in Nederland bevinden, zijn “vrij” en “bevoegd” tot het genot van de burgerlijke rechten.

2.

Persoonlijke dienstbaarheden, van welke aard of onder welke benaming ook, worden niet geduld.

Vrijheid, gelijkheid en algemene rechtsbevoegdheid zijn de centrale begrippen betreffende het recht aangaande de persoon. Voor Nederland is deze vrijheid en de aan eenieder toekomende rechtsbevoegdheid al eeuwenlang gemeengoed. Niet kan worden ontkend dat het gelijkheidsbeginsel in de tweede helft van de 20e eeuw allerwegen in opmars is, en niet slechts in formele zin. Ook het streven naar individualisering van aanspraken op de rechtsgemeenschap is gebaseerd op een sterker waardering van persoonlijke belangen. Gelijke behandeling is echter op den duur slechts gewaarborgd als ook de subjectieve rechtspositie van betrokkenen zoveel mogelijk wordt versterkt door verhoogde rechtsbescherming van persoonlijke verworvenheden, zonodig aangevuld door sociale zekerheid. Deze verhoogde rechtsbescherming kan mede gevonden worden door aan de met het burgerlijk recht meest nauw verbonden grondrechten niet alleen verticale
maar ook horizontale werking toe te kennen.

Men kan bij overeenkomst niet rechtsgeldig over zijn persoonlijke vrijheid beschikken in die zin dat men daarvan afstand zou kunnen doen. De wilsbeschikking in de vrijheid van de wil is daar bij ook het uitgangspunt van art 3:33 BW op de verandering van het recht in die rechtsgevolgen van zijn vrijheid. Maar de mens in het rechtssubject word ook tegen zich zelf beschermd Een dergelijke overeenkomst zou, ongeacht hetgeen hieromtrent in grondwet of verdrag is bepaald, strijdig zijn met de
Nederlandse openbare orde en derhalve onverbindend.

Men zou ook evengoed kunnen verdedigen dat iemand op grond van zijn vrijheid als mens in zijn privaatrechtelijk persoonlijke vrijheid onherroepelijk afstand zou kunnen doen door zich als slaaf te verkopen, om zich daarmee sociale zekerheid te verschaffen. Het geen in onze rechtsorde niet wordt aanvaard.

Dit feit kun je dus ook niet per ongeluk in misleiding hebben gedaan, nog kunnen je ouders dit per ongeluk hebben gedaan, het zijn inbreuken op het recht van vrijheid welke dan ook strafbaar zijn art 273f SR, art 274 SR, art 4 UVRM daar mee van rechtswege nietig zijn.

Vooralsnog lijkt verdedigbaar dat de op art. 2 EVRM gebaseerde plicht tot bescherming van het leven van anderen niet wordt opgeheven door de wens van een betrokkene niet verder te willen leven. Een tussenoplossing lijkt mogelijk door zorgvuldige hulpverlening bij zelfdoding buiten de strafwet te houden.

Zolang als en telkens wanneer “de mens” niet in staat is zelfstandig als
persoon te functioneren. Vindt er in beginsel ook rechtsbescherming plaats in
de vorm van wettelijke vertegenwoordiging.

Zelfbeschikkingsrecht

Zelfbeschikkingsrecht of recht op zelfbeschikking is in het internationaal recht het recht van ieder volk om zelf te mogen bepalen onder welke soevereiniteit het wil vallen en zelf te beslissen over zijn economische, sociale en culturele ontwikkeling.

Rechtszekerheidsbeginsel
De positie van burgers ten opzichte van de overheid dient voldoende zeker te zijn. Daarom moeten de regels en besluiten van de overheid voldoende duidelijk zijn en moeten ook alleen bestaande regels worden toegepast.

De contractsvrijheid (Het vrijheidsbeginsel) De gebondenheid aan het in vrijheid gegeven woord (Het vertrouwensbeginsel) Ja ik wil nee ik wil niet en belofte maakt schuld. genoemde kernbegrippen van burgerlijk recht, te weten persoon, subjectief recht. contractsvrijheid. vertrouwen en evenredige toerekening behoren hier stellig toe.

Afgezien van de reeds genoemde privaatrechtelijke kernbegrippen kunnen de volgende grondrechten worden genoemd met een typisch burgerrechtelijk karakter:
1. Het recht op Leven (art. 2 EVRM- art. 6 Bupo) als fundamenteel recht
dat voorwaarde is voor de uitoefening van alle andere rechten, en in
verband hiermee art. 11 Gw het recht op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam.
2. Het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer en in verband daarmee het huisrecht, het briefgeheim en het telefoon- en telegraafgeheim, omschreven in de Art. 8 EVRM jo art. 10 Gw, 12 en 13 Gw.
3. Vrijheid en vrijheid van beweging omschreven in art. 12 Bupoverdrag en negatief geformuleerd in art. 4 EVRM en positief in art. 5 EVRM.
4. Het recht op eigendom en sociale zekerheid. 1e protocol art. 1 EVRM.,
art. 14 Gw, alsmede art. 9 Ecosoc-verdrag.
5. Het recht om te huwen en een te stichten (art. 12 EVRM, 23 Bupo).
6. Het recht op vereniging (art. 8 Gw art. 11 EVRM, art. 22 Bupo).
7. Vrijheid van godsdienst, levensovertuiging en vrijheid van meningsuiting in privaatrechtelijke verhoudingen (art. 6 Gw, art. 9 EVRM, art. 19 Bupo).
8. Het recht op gelijke behandeling en het discriminatieverbod (art. 1 GW,14 EVRM,26Bupo).
9. Recht op toegang tot de onafhankelijke rechter voor de vaststelling van burgerlijke rechten en verplichtingen (art. 6 EVRM).

Legaliteitsbeginsel

Het legaliteitsbeginsel gaat over twee dingen: Ten eerste mogen nieuwe wetten niet met terugwerkende kracht worden toegepast. ten tweede moet alles wat de overheid doet, gebaseerd zijn op de wet.

A. wetten mogen niet met terugwerkende kracht worden toegepast. Art 1 SR

Dit beginsel is met name in het strafrecht terug te vinden. In een rechtsstaat mag namelijk niemand worden veroordeeld voor een handeling die nog niet verboden was op het ogenblik waarop die plaatsvond. Dit staat ook met zoveel woorden in artikel 16 van de grondwet: ‘Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling.’

B. Elk handelen van de overheid moet een basis hebben in de wet. Art 2 SR

De overheid mag bijvoorbeeld alleen belastingen heffen als dat in de wet staat. (witwassen staat in de wet belasting niet.)

Rechtshandeling nietig

Nietig is een bepaalde juridische toestand van bijvoorbeeld een rechtshandeling. Wanneer een rechtshandeling dat is dan heeft de rechtshandeling juridisch gezien nooit bestaan. De wet bepaalt wanneer een rechtshandeling nietig is. Een voorbeeld van een nietige rechtshandeling is het sluiten van een overeenkomst om iemand te vermoorden. Iemand vermoorden is in strijd met de wet, daarom is deze rechtshandeling nietig. De nietigheid van de overeenkomst hoeft men niet aan te vragen, de rechtshandeling is dat automatisch. Dit noemen we ook wel nietigheid van rechtswege.

Dus je toets wederom is er een verbintenis ? Is de rechtshandeling strafbaar? voorbeeld word ik gedwongen iets te doen, iets niet te doen of te dulden ? Nee plus ja is dus van rechtswege nietig.

De burger (in civiel wetgeving/regelgeving) weet dan altijd waar hij aan toe is wanneer die zijn keus als mens IN PERSONA maakt. Hij kan het gedrag van de overheid als het ware dan voorspellen door deze te toetsen aan zijn meer omvattende recht in materiële zin ( Strafrecht ) in beschrijving van zijn recht art 3:7 BW . Dit noemen we de rechtszekerheid van de burger in de wet straf recht en wetgeving civiel recht Art 3:44 BW art 6:228 BW enz

In Nederland kan men voor het toepassen van de superioriteitsregel deze rangorde (de zogenoemde normenhierarchie) aanhouden:

  • een ieder verbindende bepalingen uit internationale verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties
  • het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden, Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden is een overeenkomst tussen de landen van het Koninkrijk der Nederlanden. Het regelt de verhoudingen tussen die landen.
  • de Grondwet buiten werking door het toetsingsverbod art 120 GW
  • wet in materiële zin dat wil zeggen dat ze voor iedereen gelden. (Strafrecht) welke wetten die in Nederland tot stand komen door samenwerking van regering en Staten-Generaal (Eerste en Tweede Kamer). dan spreken we van ‘wetten in formele zin’
  • algemene maatregel van bestuur, Een algemene maatregel van bestuur (AMvB) is in het Nederlandse openbaar bestuur het uitvoeringsbesluit behorende bij een wet, wordt genomen door de Kroon (de regering) en heeft een algemene strekking. Een AMvB heeft een algemene werking. In tegenstelling tot een formele wet, kan een AMvB aan de rechter worden voorgelegd ter toetsing aan de Grondwet. Algemene maatregelen van bestuur worden gepubliceerd in het Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden.
  • ministeriële regeling
  • provinciale verordening
  • gemeentelijke verordening, waterschapsverordening en verordening van een productschap, hoofdbedrijfschap of een bedrijfschap

De laagste vorm is de beleidsregel, vaak uitwerkingen van de regelgeving.

Conclusie:

Politiek verenigingen (overheid) heeft geen primaat, niemand kan hen het recht geven het recht van andere te schenden. 0,1% of 80% democratisch voor gestemd beleid kan noch het recht van een 20% schenden. De machtiging tot vertegenwoordiging is geen vrijbriefje strafbare feiten te begaan noch de rechten van andere te schenden.

Deze toetsing kan zowel betreffen het doel als de feitelijke werkzaamheid van de vereniging, zoals blijkt uit art. 2:20 BW. Een vereniging die als doelstelling zou hebben de beperking van de uitoefening van grondrechten, komt in de verboden zone.

Ook art. 11 EVRM, bevat geen nadere bepaling van het begrip “vereniging.” Wel bevat dit artikel een limitatieve opsomming van de beperkingsgronden die in een democratische samenleving nodig zijn in het belang van de veiligheid, de openbare orde, het voorkomen van strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid en de goede zeden, en de
bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.

Art 140 Strafrecht

Artikel 140
1.

Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.

2.

Deelneming aan de voortzetting van de werkzaamheid van een organisatie die bij onherroepelijke rechterlijke beslissing verboden is verklaard of van rechtswege is verboden of ten aanzien waarvan een onherroepelijke verklaring als bedoeld in artikel 122, eerste lid, van Boek 10 Burgerlijk Wetboek is afgegeven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

3.

Ten aanzien van de oprichters, leiders of bestuurders kunnen de gevangenisstraffen met een derde worden verhoogd.

4.

Onder deelneming als omschreven in het eerste lid wordt mede begrepen het verlenen van geldelijke of andere stoffelijke steun aan alsmede het werven van gelden of personen ten behoeve van de daar omschreven organisatie.

Over de auteur: Michael Van Leeuwen
administrator

5 thoughts on “De Algemene rechtsbeginselen van je recht.”

  1. Sjirk-Jan Loogman avatar SjirkJan schreef:

    Hallo Michael,

    Heb jij ook concrete ervaring/inzichten met betrekking tot scholen?
    Vandaag de dag schiet m.i. een (bekostigde) school en de schoolinspectie zijn uitgangspunten en doelstelling voorbij.
    Dit door het alsnog schenden van mensenrechten en kinderrechten, en o.a. het blokkeren van de weg naar “goed burgerschap”, en het kennis nemen van en oefenen met je rechten binnen haar muren en daarbuiten.

    Met een groep mensen gaan we met een eigen opdracht één of meerdere vertrouwde, dwangvrije en uitnodigende ruimtes tot zelfontplooiing en oefening in samenleven creëren en in stand te houden met kinderen/jongeren van 0/4-18/21 jaar. Een aantal inspirerende voorbeelden zijn ons voorgegaan, voornamelijk democratische scholen. We zijn momenteel aan het verkennen in welke vorm onze favoriet (het Sudbury Valley School model) met vereende inzichten op Nederlandse bodem nog beter met deze opdracht tot zijn recht kan komen.

    1. Michael Van Leeuwen avatar michael schreef:

      Met de overheid in contract gaan is nooit een goede zaak School is een verbintenis met voorwaarden die je er op na moet komen overeenkomsten zijn een afdwingbaar recht.
      Gezien de handelswijzen misleidend is gezien je niet ingelicht bent wat de voorwaarde van die overeenkomst waren kun je het mogelijk via dwaling art 6:228 BW met terugwerkende kracht art 3:53 BW vernietigen via art 3:44 ,49,50 BW

  2. cornelis van wieringen avatar keessie schreef:

    hoi michael,

    ik ben nieuw op het gebied van vrij mens zijn.

    daarom een vraag:

    ik ben net verhuisd en heb nu een rekening gekregen van mijn nieuwe gemeente.

    betreft o.a. afvalstoffenheffing, rioolbelasting, en woz

    ik heb de tekst hierboven gelezen en concludeer daaruit dat ik geen enkele overeenkomst en/of contract heb met de gemeente.

    hoe moet ik handelen in deze ?

    machtiging opzegging besturen naar de burgemeester opsturen ?

    graag je advies.

    het betreft trouwens een eigen huis

    mvg
    kees

    1. Michael Van Leeuwen avatar michael schreef:

      De vragen die je hebt zijn te omvattend om hier even snel antwoord op te geven maar niet getreurd de overheid had je je rechten op school moeten leren en het heeft dan ook een reden dat ze dat niet hebben gedaan. wij doen dat wel.
      Lessen in het recht volgen.

      In deze serie video’s nemen we u stap voor stap mee in een reis door de wet uw rechten daarin te leren.

      U gaat uw recht herkennen zo u direct kunt regeren op hen die uw rechten schenden.

      EXAMEN VRAGEN Verzorgt door Regillio Vriesde

      Bij deze video’s is het nu mogelijk uw kennis opgedaan via video’s te toetsen via een Multiple choice-tentamen vragen.

      Gebruik voor je zelf toets examen vragen de link onder de video! https://www.vrijheidsrechten.nl/lessen-in-het-recht-volgen/

  3. cornelis van wieringen avatar keessie schreef:

    ok, michael,

    ik de lessen in recht bekijken

    mvg
    kees

Laat een antwoord achter aan keessie Reactie annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.