Ambtelijke omkoping!

Ambtelijke omkoping

Het hof Amsterdam heeft op 11 maart 2020 arrest gewezen in de strafzaken van een ambtenaar die ervan werd verdacht zich te hebben laten omkopen, en een ondernemer die de betreffende giften zou hebben gedaan, en om die reden eveneens werd vervolgd. De arresten beschrijven vrij uitgebreid de toetsingskaders die de strafrechter bij ambtelijke omkoping hanteert.

Eerst de feiten: De ambtenaar was met ingang van 1 december 2006 aangesteld in de functie van clustermanager bij het cluster Beheer en Onderhoud van een gemeente. In deze functie was hij eindverantwoordelijk voor alles wat zich afspeelde binnen het cluster. Hij was uit hoofde van zijn functie budgethouder en had onder meer als taak het fiatteren en ondertekenen van facturen voor geleverde diensten. In 2007 deed een medewerker van de gemeente een melding dat betrokkene zich niet aan de aanbestedingsregels zou houden. Eind 2009 is door een onderaannemer melding gemaakt van fraude, corruptie en valsheid in geschrifte door onder andere betrokkene. Betrokkene is buitengewoon verlof verleend en kort daarna heeft hij strafontslag gekregen wegens onregelmatigheden bij zijn sollicitatie. De gemeente heeft onderzoek verricht en aangifte gedaan, waarna strafrechtelijk onderzoek door eerst de politie en daarna de rijksrecherche is gevolgd. Dit onderzoek heeft geleid tot een vervolging bij de rechtbank en het hof.

In het onderzoek is gebleken, en het hof acht dit ook bewezen, dat betrokkene in totaal 16 betalingen heeft ontvangen, welke in feite giften waren. Hiervan waren 13 betalingen afkomstig van de ondernemer die eveneens werd vervolgd. Met de betalingen aan de ambtenaar was in totaal een bedrag van ruim € 350.000,- (!) gemoeid. Het hof acht tevens bewezen dat de ambtenaar en de ondernemer hebben geprobeerd te verhullen dat de betalingen giften waren. Dit leidt het hof af uit het feit dat de ambtenaar facturen heeft verstuurd, die vrijwel steeds binnen enkele dagen werden betaald. In de periode waarin betalingen werden gedaan heeft de gemeente de ondernemer verschillende opdrachten gegund. De ambtenaar heeft bij die opdrachtverlening een sturende rol gehad, zo stelt het hof vast, waarbij de ambtenaar de ondernemer een voorkeurspositie gunde en hij het systeem van eerlijke marktwerking verstoorde.

Het hof beschrijft vervolgens het toetsingskader van de strafbepalingen die hier met name relevant zijn, te weten artikel 177 van het Wetboek van Strafrecht (WvSr) (de ‘actieve’ ambtelijke omkoping) en artikel 363 WvSr (‘passieve’ ambtelijke omkoping). 

Het doen van een gift in de zin van artikel 177 WvSr omvat elk overdragen aan een ambtenaar van iets dat voor deze waarde heeft. Bij de betalingen in deze zaak is daar geen discussie over. Voor strafbaarheid op grond van artikel 177 WvSr is niet alleen vereist dat actief een gift of belofte is gedaan, maar ook dat deze gedraging is verricht met het oogmerk, dat wil zeggen met de bedoeling, om de ambtenaar te bewegen in zijn bediening iets te doen of na te laten. En ook dit wordt door het hof aangenomen.

 

Voor strafbaarheid op grond van artikel 363 WvSr is voldoende dat de ambtenaar die de gift aanneemt, weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat die gift hem is gedaan om hem te bewegen in de toekomst iets te doen of na te laten. Het met de gift beoogde handelen of nalaten (de tegenprestatie) hoeft niet daadwerkelijk te zijn gevolgd, en er hoeft ook geen direct verband te bestaan tussen de gift en een wederdienst. Artikel 177 WvSr ziet ook op het doen van giften of beloften aan een ambtenaar om daardoor een relatie met die ambtenaar te doen ontstaan of te onderhouden, met het doel een voorkeursbehandeling te krijgen. Deze voorkeursrelatie hoeft in de tenlastelegging en bewezenverklaring niet nader te worden uitgelegd. Aan het begrip ‘in zijn bediening iets doen of nalaten’ komt voldoende feitelijke betekenis toe. De omstandigheid dat de concrete tegenprestatie tussen partijen vaak onuitgesproken blijft, vermindert dus geenszins de strafwaardigheid van de actieve of passieve omkoping, aldus het hof.


In navolging van de rechtbank in eerste aanleg kwalificeert ook het hof de bewezen verklaarde handelingen van de ambtenaar als passieve ambtelijke omkoping als bedoeld in artikel 363 WvSr. Door de valse facturen heeft de ambtenaar zich tevens schuldig gemaakt aan valsheid in geschrifte. De ondernemer heeft zich schuldig gemaakt aan actieve ambtelijke omkoping als bedoeld in artikel 177 WvSr.


Op basis van de bewezenverklaring en de kwalificatie hiervan als strafbare feiten komt het hof tot een veroordeling van de ambtenaar tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 36 maanden, welke wegens overschrijding van de redelijke termijn wordt gematigd tot 30 maanden, met aftrek van voorarrest. De ondernemer wordt veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van 2 jaar, alsmede een geldboete van € 150.000,- welke bij gebreke van betaling en verhaal wordt vervangen door 360 dagen hechtenis.

 

Hof Amsterdam 11 maart 2020, www.rechtspraak.nl: ECLI:NL:GHAMS:2020:776 en ECLI:NL:GHAMS:2020:777

 

Door Bas de Moor

Bron: https://www.avdw.nl/actualiteiten-1/nieuwsbrief/nieuwsbrief:ambtelijke-omkoping.htm

Over de auteur: Michael Van Leeuwen
administrator

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.